Prof. dr. Peer van der Helm

“We moeten inzetten op het gewone leven met school, vriendjes en clubs en autonomie voor kinderen”

Prof. dr. Peer van der Helm is bijzonder hoogleraar onderwijs en zorg aan de Universiteit van Amsterdam en sinds 2016 lector Residentiële Jeugdzorg bij het Expertisecentrum Jeugd van Hogeschool Leiden. Hij zet zich in voor kinderen die het “niet getroffen hebben in onze maatschappij en buiten Nederland.” “Van Kosovo tot Estland”. Onlangs vertelde hij in een Gelijkgestemden-bijeenkomst van Dushi Huis over zijn werk, wetenschappelijke inzichten en over kinderen in systemen en staalkaarten vangen. “One size fits nobody” en “Uiteindelijk zit het in praktische en niet heel ingewikkelde oplossingen als onderwijs en perspectief geven.”

Onderzoek

Peer van der Helm zou de online Dushi-bijeenkomst bijwonen vanuit een hotel in Kosovo, maar die reis ging vanwege COVID niet door. Onder meer in Kosovo en Albanië doen hij en zijn wetenschappelijk team veel onderzoek. Peer van der Helm vertelt: “Om een beeld te geven: in Kosovo zitten op dit moment 30 jongeren gesloten, in Albanië dat net zo groot is als Nederland, gaat het om 15 jongeren. Dan roepen mensen: ‘Ze hebben ook geen geld om mensen gesloten te laten zitten’. Maar, daar gaat het niet om; in hun – overwegend islamitische – cultuur zijn kinderen het belangrijkste op de wereld en kinderen sluit je niet op. Alleen soms om zich te beschermen tegen zichzelf.”

Meisje met een tragisch verleden

“Als ik naar Kosovo en Albanië toe ga, proberen we samen met het Netherlands Helsinki Committee (NHC) dat mensenrechten verdedigt, dingen te verbeteren. Die zijn soms heel praktisch. Zo kwam drie jaar geleden in de gevangenis in Pristina, waar we onderzoek deden naar het leefklimaat, een meisje naar me toe. Zij zat daar sinds haar veertiende – een meisje met een tragisch verleden. Zij had het VWO afgerond en vroeg: “Mogen kinderen bij jullie in Nederland in de gesloten jeugdzorg en jeugdgevangenissen studeren?” “Meestal wel, antwoordde ik.” “Dat wil ik ook”, zei ze. Door met de universiteit contact op te nemen, de directeur van de gevangenis te overtuigen en studiegeld bijeen te brengen middels crowdfunding, studeert zij nu rechten. Het ziet er naar uit dat zij over anderhalf jaar afstudeert en het goede nieuws is ook dat ze op onze voorspraak vlak voor kerst 2021 vervroegd is vrijgelaten. Straks wil zij meisjes verdedigen die in soortgelijke situaties als de hare zijn terechtgekomen.”

“Gemeenten hebben staalkaarten met behandelingen voor kinderen waarop aanbestedingen aansluiten. Dat is ons systeem en dat hebben we zelf gemaakt.”

Gewone leven en wondertjes

“Op het moment dat je praktische zaken aanpakt, zoals ook Dushi Huis doet, zie je dat er wondertjes kunnen gebeuren. Recent onderzoek laat dat zien. Als kinderen niet naar school kunnen gaan, zoals in de GGZ voorkomt, weten we uit Fins onderzoek* dat kinderen nooit meer naar school gaan, sociaal geïsoleerd raken en jong overlijden. We moeten ons realiseren dat het gewone leven, met school, met vriendjes en vriendinnetjes, clubs, grootouders, misschien wel veel effectiever is dan 10 psychiaters. Therapie kan werken en is zeker ondersteunend, maar is dat voor slechts een deel.”

Kinderen knutselen met papierZo thuis als mogelijk, wat is dat?

“In Nederland plaatsen we teveel kinderen uit huis. Een enorm trauma voor kinderen en hun ouders. Wij slagen er soms in om ingewikkelde casus naar huis terug te plaatsen. Soms kan het niet anders, ik ben realistisch genoeg om te weten dat sommige thuissituaties niet veilig zijn. Dan moeten we volgens de Jeugdwet zorgen voor de best passende zorg voor deze kwetsbare jongeren. ‘Zo thuis als mogelijk’ meldt de VWS beleidsnotitie. Maar, wat is zo thuis als mogelijk? Grootschalige instellingen zijn niet zo thuis als mogelijk. Wij doen daar onderzoek en zien daar een minder goed leefklimaat omdat hulpverleners vaak passanten zijn.”

“In gezinshuizen en kleinschalige, Dushi-achtige huizen, zien we over het algemeen een goed leefklimaat wat bevorderlijk is voor het herstel. Een slecht klimaat en lang in instellingen leven, zorgt voor achterstanden die niet meer zijn in te lopen. We moeten in Nederland gaan streven naar veel meer kleinschalige woonvoorzieningen, met vast personeel en een zo gewoon mogelijke omgeving. Met vaste opvoeders en verzorgers, ruimte om te spelen, een bepaald dagritme met activiteiten, naar school gaan, sporten en het krijgen van liefde en aandacht.”

Verbondenheid, competenties en autonomie

“Inmiddels weten we dat drie elementen van groot belang zijn voor herstel: verbondenheid, competenties en autonomie. Als uit huis geplaatst kind krijg je vaak dagelijks met nieuwe pedagogische medewerkers te maken. Zoals ik al zei: passanten. Dat maakt het steeds moeilijker om verbondenheid met anderen te krijgen. Na drie keer je verhaal te hebben verteld, vertel je het niet meer.”
“Dan competenties. In de GGZ zijn er kinderen die standaard niet naar school gaan onder het motto:’ Eerst beter worden’. Je wordt van je competenties beroofd en raakt sociaal geïsoleerd, dat loopt op den duur niet goed af en de achterstand haal je vaak niet meer in. School is heel belangrijk. Om competenties op te opbouwen, sociaal emotionele vaardigheden op te doen, nee te leren zeggen. De maatschappij is zich daarvan onvoldoende bewust.”
“Tot slot autonomie. Hoe groter de instelling waarin een kind woont, hoe minder autonomie het ervaart. Dat heeft een enorme invloed op de ontwikkeling. De inspanning moet gericht zijn op het gewone leven met voldoende autonomie. Hoe is het als een kind van een GGZ-behandelaar hoort: “Ik zie voor jou geen toekomst meer.”

“Drie elementen zijn van groot belang voor herstel: verbondenheid, competenties en autonomie.”

Optimistisch

“De optimistische kant hiervan is dat onderzoeken laten zien dat wanneer we ervoor zorgen dat de verbondenheid, competenties en autonomie goed geborgd zijn, de cognitieve ontwikkeling zich kan herstellen, de sociaal-emotionele ontwikkeling vooruitgaat en de persoonlijkheid zich vormt. Op zich een relatief simpel verhaal. Nu moeten we dat alleen nog doen.”

Staalkaarten met behandelingen voor kinderen

“Dan rijst de vraag: ‘Waarom wordt dit zo moeilijk gehoord? Dit op het oog eenvoudige verhaal?’ Wij mensen bouwen systemen. Die bestaan in de jeugdzorg en zijn gevuld met protocollen, voorschriften en behandelingen, maar ook met belangen. Op lijsten van het NJI staan 241 werkzame behandelingen en interventies en 541 DSM**-diagnoses. Daarbinnen heb je systeemvariabelen. Gemeenten hebben staalkaarten met behandelingen waarop aanbestedingen aansluiten. Dat is ons systeem en dat hebben we zelf gemaakt. En, systemen hebben tot doel het systeem in stand te houden. Dat het systeem niet overeenkomt met de mensenwereld is helder en one size fits nobody.”

Kinderen op school

Niemand wil het horen

“De oplossing? Die heb ik niet. Laten we beginnen met eerlijk tegen elkaar zeggen: dit hebben we niet goed gedaan en toegeven dat het niet gelukt is. Dat schept ruimte voor verbetering. Zo wordt ook gezegd dat we het goed doen op het gebied van de aanpak van eetstoornissen. Maar, dat is niet zo. In mijn omgeving zijn daaraan de laatste tijd alleen al 35 meisjes overleden. Alleen niemand die het wil horen. Dat kan beter. En, laten we het gewone leven meer stimuleren.”

Lees meer over Peer van der Helm en bekijk zijn LinkedIn profiel

Verwijzingen:

*Het Fins onderzoek zoals hierboven genoemd, verwijst naar: Ringbom, I., Suyisaari, J., Kääriälä, A., Sourander, A., Gissler, M., Ristikari, T., & Gyllenberg, D. (2021). Psychiatric disorders diagnosed in adolescence and subsequent long-term exclusion from education, employment or training: Longitudinal national birth cohort study. The British Journal of Psychiatry, 1-6.

**DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders.  Een classificatiesysteem waarin internationale afspraken zijn gemaakt over welke criteria van toepassing zijn op bepaalde psychische stoornissen gelinkt aan (nieuwe) wetenschappelijke inzichten.